U bent hier: Home / De verzamelingen / Werk van de maand / OVALERIUS DE SAEDELEER
Document acties

OVALERIUS DE SAEDELEER

EEN SNEEUWLANDSCHAP DOOR VALERIUS DE SAEDELEER

 

Valerius De Saedeleer (Aalst, 1867 - Leupegem, 1941) Besneeuwd landschap, 1939 Olieverf op doek - 85 x 95 cm Inv. BA.AMC.05b.1960.21700 Schenking Fernande Pisart aan de Stad Luik in 1960

Als tiener wilde Valerius zich al aan de kunst wijden. Maar zijn vader wilde een andere carrière voor zijn zoon, dus moest hij een opleiding volgen en werken in een textielbedrijf in Gent. Het duurde niet lang voordat Valerius de fabriek verliet. Zonder toestemming van zijn vader schreef hij zich in aan de Academie voor Schone Kunsten in Gent, waar zijn medestudent Georges Minne (1866 - 1941) was, een latere beeldhouwer, tekenaar en graveur.

Van 1885 tot 1889 verhuisde hij naar Brussel, waar hij studeerde bij de landschapschilder Franz Courtens (1854 - 1943). Courtens had een grote invloed op de jonge kunstenaar, die begon in het kielzog van het impressionisme.

In 1892 ontmoette Valerius De Saedeleer meermaals Albijn Van den Abeele (1835 - 1918), een groot landschapsschilder en gemeentesecretaris in Afsnee en Sint-Martens-Latem. Een jaar later verhuisde de familie De Saedeleer naar Laethem, om vervolgens naar Gent en vervolgens naar Lissewege te verhuizen.

In 1898 keerde Valerius terug naar Sint-Martens-Latem, aangemoedigd door Albijn Van den Abeele. In datzelfde jaar arriveerde ook zijn trouwe vriend van de Gentse Academie, Georges Minne. Maar terwijl Georges Minne bij zijn aankomst in Sint-Martens-Latem reeds kon terugblikken op een succesvolle artistieke carrière, had Valerius De Saedeleer nog geen opmerkelijk werk afgeleverd.

Ook de broers Karel en Gustave Van de Woestijne vestigen zich in 1899 in Laethem. Het was door het contact met Gustave en de invloed van Pieter Brueghel de Oude dat De Saedeleer zich wendde tot een meer ingetogen type landschap, vaak met een lage horizonlijn, in een tijdloze en onwerkelijke atmosfeer, door het licht beroerd. Vanaf 1904 maken zijn werken, die ook beïnvloed waren door Franz Courtens en Emile Claus, plaats voor een reeks werken met een synthetische en verfijnde visie.

In 1908 verhuisde De Saedeleer naar Tiegem, waar Gustave Van de Woestijne hem in 1913 vervoegde. De Saedeleer schilderde er besneeuwde landschappen. Geleidelijk stijgt de horizonlijn, waardoor er meer ruimte komt voor de golvingen van het landschap. De Saedeleer bracht de oorlogsjaren door in Wales, van 1914 tot 1919. Tussen 1921 en 1941 vestigde hij zich in Etikhove en vervolgens in Leupegem, waar hij in 1941 overleed.

In dit besneeuwde landschap uit 1939 verdeelt de horizonlijn de ruimte in twee evenredig verdeelde gebieden. De grote donkere lucht wordt lichter naarmate men afdaalt naar de immense strook land; de heggen begrenzen de golvende ruimten waarin de schakeringen van wit en grijs worden uitgespeeld. De statische horizontaliteit van de compositie wordt doorbroken door de verticaliteit van de bomen, die de ruimte enigszins verlevendigen. De menselijke aanwezigheid verschijnt slechts anekdotisch, in de vorm van rietgedekte huisjes waarvan men zich voorstelt dat ze bewoond zijn.

Dit werk is de uitdrukking, niet van de natuur zelf, maar van wat men voelt in contact ermee. De synthese van de elementen geeft het een gevoel van ruimtelijke sereniteit.

DE SCHOOL VAN LAETHEM-SAINT-MARTIN
De term "Sint-Martens-Latemschool", waaraan De Saedeleer over het algemeen verbonden is, is de meest verbreide, maar ook de meest betwiste. Hoewel kunstenaars in dit kleine dorp aan de oevers van de Leie samenkwamen met hun eigen stijl, was er geen verlangen om een gemeenschappelijke stijl te creëren. Het was slechts een kwestie van coëxistentie en wedijver tussen kunstenaars, voor wie het vredige platteland ten zuiden van Gent een van de meest frequente inspiratiebronnen was.

Onder de grote figuren die in Sint-Martinus-Laethem verbleven zijn Emile Claus, de gebroeders Xavier en Caesar De Cock, George Minne, Valerius De Saedeleer, Gustave en Karel van de Woestijne, Albijn Van den Abeele, Albert Servaes, Constant Permeke, Frits Van den Berghe, Gustave en Léon De Smet, Hubert Malfait, Albert Saverys, Jules De Sutter, Evarist de Buck, Maurice Schelck en Albert Claeys. Een groot aantal van deze kunstenaars bevindt zich in de collecties van het Museum voor Schone Kunsten van Luik.

Christophe Remacle
Conservator - Restaurateur - Musea van de Stad Luik